Emoties

jongen triest

Ken je dat?

Vroeg in de ochtend, de kinderen moeten naar school, je bent de afgelopen 10 minuten een race tegen de klok aan het voeren met haren die nog gekamd moeten worden, een schoolboek wat plots pootjes had gekregen, een lunchbox die op een hele rare plek was gaan staan en veters die in een lelijke knoop waren gaan zitten. Kortom je hebt haast en vlak voor het vertrek is er ook nog plots een probleem met een (huis)dier…

Een voorbeeld uit mijn praktijk:

Kind: (met ogen die bijna vol tranen staan en uitgedroogde slak in hand)
‘Slakkie is dood. Gisteren heb ik’m levend gevonden en op het balkon gezet. Nu is hij dood’

Moeder: (in zichzelf: zucht…)
‘Ach, hee, niet huilen joh. Het is maar een slakje, in de tuin barst het van de slakken. Kop op. Straks vind je wel weer een nieuwe. We moeten nu gaan.’

Kind:
‘IK WIL GEEN NIEUWE SLAK!’

Moeder:
‘Zeg, ho eens even, stel je niet zo aan! We moeten nu weg, anders zijn we te laat bij school’

Vervolgens heeft kind een bokkepruik van jewelste en is nauwelijks meer in beweging te krijgen. Moeder sjort kind met veel moeite en gemopper op een fiets. Kind zegt dat mama gemeen is en mama vraagt zich wanhopig af hoe het kan dat zij de schuld krijgt van alles, al doet ze nog zo haar best en dat dit nou blijkbaar eenmaal het lot is van moeder zijn en dat het best oneerlijk is dat er nu ook nog van haar verwacht wordt dat ze de broeierige sfeer keert en het kind op tijd naar school krijgt.

Toch kan het ook anders:

Kind: (met ogen die bijna vol tranen staan en uitgedroogde slak in hand)
‘Slakkie is dood. Gisteren heb ik’m levend gevonden en op het balkon gezet. Nu is hij dood!’

Moeder: (meelevend)
‘Och, wat vervelend nou toch’

Kind:
‘Hij was mijn beste vriendje’

Moeder:
‘Daar word je verdrietig van als je een vriend kwijtraakt’

Kind:
‘Ik had een speciaal plekje voor’m uitgezocht met extra groene blaadjes’

Moeder: ‘Je hebt goed voor’m gezorgd’

Kind:
‘Misschien was’ie al ziek of heel oud’

Moeder:
‘Tja, dat zou zo maar kunnen…… Zullen we’m vanmiddag ergens begraven?’

Kind:
‘Ja! Dan pluk ik bloemetjes voor op zijn graf (blij!), mag ik het vertellen op school?’

Kind huppelt naar de fiets en tijdens de fietstocht naar school volgt een geanimeerd gesprek over de poes van de buren die ooit werd begraven in hun tuin.

Het verschil?

Ondanks alle haastige spoed, neemt de moeder in het 2e voorbeeld even de tijd om zich te verplaatsen in het kind. Zij benoemt zijn gevoelens, bevestigt zijn gedachten. Het kost dezelfde hoeveelheid tijd maar scheelt een hoop frustratie en negatieve energie. Sterker nog, in dit korte gesprekje hebben ouder en kind een positief, betekenisvol en kwalitatief contact met elkaar.

Een kind heeft het nodig dat je luistert en meeleeft zonder oordeel.slak
Benoem de emotie gewoon of vraag het: ben je verdrietig? Ben je er boos over?Als je het slechte gevoel probeert te negeren of weg te stoppen raakt een kind alleen maar weer en meer overstuur, ook al doe je het op een vriendelijke manier.

Waarom vinden wij het als ouders moeilijk om negatieve emoties te benoemen?
Door het gevoel een naam te geven zijn we bang dat het erger wordt en dat we een langdurig drama zullen ontketenen.
Het tegendeel is echter waar.
Het kind zal zich juist getroost en gehoord voelen, want je erkent zijn innerlijke gevoelens.
Bovendien is het leerzaam voor een kind om de namen van die gevoelens te weten. Hij leert zichzelf kennen en kan dit ook bij anderen leren (h)erkennen. De eerste stap op weg naar een evenwichtige empatische volwassene is gezet.